We sturen je per e-mail een wachtwoord toe. Soms komt deze e-mail in je spambox terecht.

Elke twee weken schrijft stand-up comedian en Alkmaarder Jacob Adriani een column over wat hem opvalt of bezighoudt. Soms puur humoristisch, soms geëngageerd, maar altijd scherp en prikkelend.

Nederland heeft een vreemde relatie met meeuwen. Ze horen bij een idyllisch strand, helpen vissers om vis te vinden en veel soorten zijn beschermd. Maar in de stad zijn het vaak nare buren. Vooral in het broedseizoen, van ongeveer nu tot juli, zijn ze luidruchtig en agressief rond hun nest en jongen. Men spreekt van regelrechte meeuwenterreur: het gekrijs gaat door merg en been en ze schijten op de kaas. De meeuwen raken Alkmaar waar het pijn doet.

Het lastige van (zilver)meeuwen is dat ze op ons lijken. Ze zijn opportunistisch, monogaam tenzij dat niet uitkomt, en ze eten vrijwel alles. Onder goede omstandigheden zijn ze vredelievend en worden weeskuikens liefdevol geadopteerd, onder stress en schaarste kiezen sommige meeuwen voor een dieet van buurtkinderen. Je kent het spreekwoord: de omstandigheden maken de vogel. Een stad vol vuilnis, ongezonde broedplaatsen en junkfood maakt junk-vogels.

Een groep luidruchtige junkies broedt al jaren op het dak van PCC Oosterhout, tot onvrede van de bewoners van De Entree, die door het gekrijs het verkeer op de rotonde niet meer kunnen horen. Je gunt een stedeling toch z’n motorgeraas, dus de afgelopen drie jaar had de gemeente Alkmaar ontheffing voor ‘nestbeheer’. Dat is de gezellige benaming voor meeuweneieren insmeren met maisolie, zodat de embryo’s geen zuurstof krijgen en afsterven. Ik heb zelf drie jaar pal boven een crèche gewoond, had ik maar geweten dat je voor infanticide gewoon ontheffing kan aanvragen.

Maar de meeuwen blijven terugkomen. Dat vraagt natuurlijk om een nieuwe strategie, zoals toen Nederland het probleem van mensen-junks oploste door ze niet te bestrijden maar te helpen. Helaas gaat in het opmerkelijk genoemde Beleid Dierenwelzijn weer meer geld naar meeuwenoverlast dan naar de dierenambulance en zet Alkmaar de bestrijding vol goede moed door. Nu met audio-afschrikapparatuur – dat ironisch genoeg meeuwengekrijs afspeelt – het plaatsen van zogeheten duivenpinnen en het spannen van metalen draden of netten om daken onaantrekkelijk te maken. Om de stad wel een beetje aantrekkelijk te houden voor mensen kan “een net in de kleur van uw dak uitkomst bieden”. Ik verzin dit niet. Maar iemand die van belastinggeld betaald wordt wel.

Helaas toont onderzoek aan dat dit alles nauwelijks effect heeft. De audio is voor omwonenden net zo irritant, en als jij pinnen/draden/netten plaatst, dan verkast de meeuw naar de dakkapel van je buurman. De gemeente is druk bezig met meeuwen wegjagen, maar snapt niet dat ze blijven terugkomen zo lang ze nergens anders heen kunnen. Alkmaar probeert van een boemerang af te komen door ‘m weg te smijten.

Gelukkig is daar dé oplossing van vrijwel ieder modern probleem: vergroenen. In dit geval de daken. Allerlei gemeenten geven er al subsidies voor, en Alkmaar is toevallig dringend op zoek naar meer groen. Het is niet alleen mooier dan teer of staaldraad, maar ook goed voor isolatie, waterbeheer, de levensduur van je dak, biodiversiteit én: meeuwen bouwen er geen nesten. Daarnaast bestaat al sinds 2015 het idee van “gedoogzones” of “meeuweneilanden”, waar ze fijn kunnen broeden zonder overlast te veroorzaken. Alkmaar heeft er inmiddels al… nul. Maar als we stoppen met bestrijding, dan weet ik nog wel een geldpotje.

De meeuw in 2022 ziet een stad vol groene daken, maakt een extra verkenningsrondje en nestelt zich vervolgens op een gezellig meeuweneiland. Je kent het spreekwoord: een tevreden meeuw maakt een goede buur, en een goede buur schijt niet op kaas.

Voor wie meer wil weten raad ik het weergaloze boek The Seabird’s Cry van Adam Nicolson aan.