We sturen je per e-mail een wachtwoord toe. Soms komt deze e-mail in je spambox terecht.

Elke twee weken schrijft stand-up comedian en Alkmaarder Jacob Adriani een column over wat hem opvalt of bezighoudt. Soms puur humoristisch, soms geëngageerd, maar altijd scherp en prikkelend.

AAfgelopen 14 maart werd er op 45 plekken in Nederland door ruim 35.000 mensen gedemonstreerd voor een beter klimaatbeleid door keiharde herrie te maken. Ook in Alkmaar sloegen zo’n 200 actievoerders op deze manier “klimaatalarm”. De demonstratie was natuurlijk expres vlak voor de verkiezingen, met als doel om mensen te overtuigen het klimaat mee te nemen in hun stem.

De verkiezingsuitslag in Alkmaar is een afspiegeling van de landelijke uitslag. De VroemVroemDemocraten winnen, groen krimpt en de kleinere klimaatontkennende partijen groeien. Het gaat me hier niet om links of rechts – ook liberale economen voorzien met duurzaam beleid meer winst – maar dat lijkt me een duidelijk verlies voor het klimaat.

Dat kun je natuurlijk afschuiven op leugenachtige retoriek, of op lockdown-moeheid, maar ik zie al jarenlang een ander probleem: niet iedereen is even goed in demonstreren.

Ik durf met zekerheid te zeggen dat jij de herrie van het klimaatalarm niet hebt gehoord. De demonstranten besloten namelijk samen te komen bij de muziekkoepel in stadspark De Hout. Ik ben er tegenover opgegroeid en kan je precies vertellen hoe ver dat geluid reikt: aan de ene zijde wordt het verstomd door de Kennemerstraatweg, aan de andere kant bereikt het de openbare begraafplaats. Een protest voor dodemansoren.

De enigen die het klimaatalarm echt hebben gehoord, zijn de dieren in De Hout, en die hoef je nou juist niet te overtuigen van het probleem. Daarbij mogen eekhoorns niet stemmen.

“Dat is geen verstoring, dat is een koffiepauze”

En niet alleen de locatie was verschrikkelijk slecht gekozen, de hele organisatie was veel te braaf. Het klimaatalarm duurde welgeteld één minuut, van 15:00 tot 15:01. Dat is geen verstoring, dat is een koffiepauze.

De rest van de tijd werd – zoals vaker bij demonstraties – gevuld met toespraken naar de aanwezigen. Lekker praten tegen iedereen die het al met je eens is, terwijl je op een plek staat waar je niemand lastig valt.

Dat alles was nog te vergeven, als het echt een takkeherrie was geweest. Rond oudjaar hoor je wel eens de knal van een puber die een mortier ondersteboven in een put heeft gericht. Die knal duurt nog geen seconde, maar de rilling blijft een kwartier hangen.

Zo niet het klimaatalarm.

De landelijke website nodigde uit om potten, pannen en toeters mee te nemen – tot zover oké – of een fluitje, een muziekinstrument of een fietsbel. Als ik tegen alle verwachtingen in precies tussen 15:00 en 15:01 langs het park had gefietst, had ik gedacht dat ik werd ingehaald door een free jazz kwartet.

Het doet me denken aan de lerarenstakingen die vaak op woensdagmiddag werden georganiseerd, zodat de leerlingen geen les missen. Dat is precies niet hoe het moet.

Drie maanden eerder, op 14 december, protesteerden een kleine groep mensen tijdens de toespraak van Rutte, óók door herrie te maken. Ik weet zeker dat je dat wél gehoord hebt. Het was namelijk live op televisie tijdens de toespraak, Rutte maakte er zelfs een opmerking over. Huge de Jonge kwam langs bij Beau om erover te vertellen.

Op Dumpert ging een filmpje viraal van een demonstrant die zijn pan in de Hofvijver liet vallen, waarna die pan beroemder werd dan het hele klimaatprotest van 14 maart. Reportages overal op TV, elke grote krant schreef erover.

Ik citeer een bericht uit het NRC, toch een kwaliteitskrant:

“Op verzoek van het Haags Historisch Museum is de brandweer in de Hofvijver op zoek naar de deksel en/of pan die een demonstrant op 14 december jl. tijdens de toespraak van de minister-president in het water had laten vallen.”

Dát is hoe je protesteert.

Een handjevol mensen maakte op precies de juiste plek, op precies het juiste moment, zó veel herrie dat het Haags Historisch Museum nu publieke hulpverleners inschakelt om die pan in de vaderlandse geschiedenis te vereeuwigen. Het NRC schreef op 14 maart overigens geen artikel over de 35.000 mensen die klimaatalarm sloegen. Ik denk dat ze het niet hebben gehoord.

Als je effectief aandacht wil vragen voor klimaatbeleid, moet je je richten tot de macht. Je hoeft niemand te charmeren om op GroenLinks te stemmen als je de VVD van jouw beleid kan overtuigen. Je kan bijvoorbeeld met je trekker een stadhuis rammen. Als je er maar voor zorgt dat beleidsmakers niet om je heen kunnen. Wat het klimaatprotest nodig heeft, is een protestpan.

Stel, je doet het klimaatalarm niet eens per jaar, maar elke week. Altijd op een willekeurig moment op een willekeurige werkdag. En je neemt als groep niet braaf je fietsbel mee, maar een hele grote gong. Een debiel grote gong. Dat je met je protestmars niet door fietstunneltjes kan zo groot. Een lelijke, goedkope, bijna racistische karikatuur van een gong. Het liefst één die klinkt als de laatste krijs van een kaalgeplukte meeuw.

Dan loop je met je stoet en je absurde Ali-Express gong niet naar De Hout, maar langs het huis en/of kantoor van alle Alkmaarse raadsleden. Voor ieder adres sta je stil, en voor elke dag van die week dat dat raadslid zich onvoldoende duurzaam heeft bewezen, ram je 10 keer op die gong. Moet jij eens opletten hoe snel je viraal gaat.

Afgesproken? Afgesproken.

Ik voorzie een revolutionair klimaatbeleid van Kabinet Rutte 4.